Anouk: ‘Mensen die transgenderpersonen als veel en overdreven zien of niet snappen dat er genderneutrale toiletten moeten komen, zijn vaak mensen die in hun eigen omgeving niet te maken hebben met transpersonen. En ik snap dat je dat soort ideeën hebt als je hierover niets in je eigen leven meekrijgt. Maar als je er wél veel mee te maken hebt dan weet je dat die aandacht echt nodig is. Naast de lange wachtlijsten waar transpersonen mee te maken krijgen, ontstaan er ook psychische klachten bij deze minderheidsgroep doordat ze vaak te maken krijgen met onbegrip, uitsluiting en kwetsende opmerkingen. Persoonlijk houd ik van de diversiteit van mensen en om datgene wat als door de grote groep als normaal gedrag wordt gezien eens door een nieuwe bril te bekijken. Genderdysforie is een ervaring van cliënten. Die ervaring maakt dat we opnieuw naar vanzelfsprekende begrippen als man-vrouw gaan kijken en hoe onze samenleving daarop is ingericht. Dit voedt mijn nieuwsgierigheid en maakt het werken met deze doelgroep elke dag weer boeiend.’
Transgenderpersonen zijn er altijd al geweest
Jessica: ‘Veel mensen denken dat genderdysforie iets nieuws is. Een trend, iets hips. Maar dit is niet nieuw. Transgenderpersonen zijn er altijd al geweest. Er worden nu gewoon woorden aan gegeven. En er is meer zichtbaarheid. Non-binaire personen hebben bijvoorbeeld ook altijd al bestaan. Er is nu alleen een label aan gegeven. Dat maakt het voor sommige mensen akelig en nieuw en moeilijk. Deze groep treedt naar voren en wil gelijkwaardig behandeld worden. Dat is lastig voor mensen die die groep niet kennen.’
Anouk: ‘Vooral omdat veel mensen geen idee hebben waar deze doelgroep tegenaan loopt. En wat het zo ingewikkeld maakt om tot die doelgroep te behoren. Ik merk dat ook vaak tijdens de cursussen die ik geef. Bij RINO Zuid is dat de module genderdysforie. Daarom besteden we in het eerste deel van mijn lessen veel aandacht aan je eigen normen en waarden op dit vlak. Ook voor mensen die al in de GGZ werken is dit vaak een eyeopener. Zij hebben meestal ook een stereotype beeld van gender wat vaak nog heel binair is. En dat beeld klopt niet met hoe gender door deze groep wordt beleefd.’
Anouk: ‘Het gaat erom dat mensen zich kunnen uiten, gedragen en eruitzien zoals ze werkelijk zijn en zich voelen. Het is per persoon anders wat daarvoor nodig is.’
Jessica: ‘Het is inderdaad heel ingewikkeld en complex. Er heerst een idee dat je op een dag aangeeft dat je in transitie wilt en dat je een paar weken later op de operatietafel ligt. Maar waar deze doelgroep daadwerkelijk mee te maken krijgt zijn gigantische wachtlijsten en een heleboel discriminatie. Er zijn een heleboel processen waar een transgenderpersoon doorheen gaat. We hebben het nu over het medische stuk maar er is ook een juridisch verhaal en een sociale transitie. Bijvoorbeeld als je officieel je naam wilt veranderen. En soms wil iemand helemaal geen medische transitie.
Weinig aandacht binnen GGZ opleidingen en verstandelijk gehandicaptensector
Anouk: ‘Het gaat erom dat mensen zich kunnen uiten, gedragen en eruitzien zoals ze werkelijk zijn en zich voelen. Het is per persoon anders wat daarvoor nodig is. En wij ondersteunen ze in dat zoekproces en kijken breder naar wat iemand helpt om weer goed in diens vel te komen. Binnen alle opleidingen in de GGZ is nauwelijks aandacht voor dit onderwerp. En er is een enorme toename aan zorgvragen op dit vlak. Daarom is de juiste kennis belangrijk om mensen ook op dit vlak goed te kunnen helpen.’
Jessica: ‘In de verstandelijk gehandicaptensector is er weinig aandacht voor dit onderwerp. Seksualiteit is al een onderwerp wat weinig wordt besproken. Laat staan dat het ook over genderdiversiteit gaat. Ik geef de module begeleiden van kwetsbare transgenderpersonen. Daarmee bedoelen we mensen met een lichtverstandelijke beperking. Die begeleiding is onder andere anders omdat hun netwerk en begeleiders ook een grote rol spelen. En er heerst een enorm stigma: mensen met een lichtverstandelijke beperking kunnen dit niet aan. Dat zijn allemaal vooroordelen. We hebben wat mij betreft al heel veel gewonnen als we eens echt gaan luisteren naar de mensen waar het om gaat. Ga eens goed kijken wat er aan de hand is en wat de wens is. Zo kunnen we samen iets doen.’
Jessica: ‘Onderschat niet wat voor gigantische impact genderdysforie kan hebben op een persoon.’
Anouk: ‘Ik werk met mensen met autisme en herken wat Jessica zegt. Soms hoor ik bij voorbaat al: dat kan helemaal niet. Of: het zal wel ergens anders aan liggen. Daarom is mijn belangrijkste boodschap: neem mensen serieus. Gelukkig kunnen sommige hulpverleners zich daarin heel erg open en nieuwsgierig opstellen. Zij komen zelf al heel ver. Maar ik hoor ook vaak terug van cliënten dat ze bij hulpverleners het gevoel krijgen dat zij zelf de experts zijn. Ze zijn de hulpverlener aan het helpen om die te laten snappen wat hen bezighoudt. Daardoor kan een hulpverlener ze niet verder aan de hand nemen. En is het proces veel langer en inefficiënter. Onbedoeld signaleer je als hulpverlener allerlei gevoeligheden niet. Dat kan in je werkrelatie met je cliënt voor allerlei problemen zorgen omdat je niet afstemt op wat de ander nodig heeft.’
Jessica: ‘Onderschat niet wat voor gigantische impact genderdysforie kan hebben op een persoon. Het is het leed van je eigen lichaam. Het gaat over je kern. Jouw identiteit. En als je daar als hulpverlener niets of te weinig mee doet, dan bestaat het risico dat je niet de zorg krijgt waar je recht op hebt. Als hulpverleners onvoldoende weten over het onderwerp, kan het zijn dat trajecten onnodig fors stagneren of zelfs stop gezet worden.
Praktische tools
Anouk: ‘Mijn module bestaat uit een lesdag én een intervisiebijeenkomst. In die intervisiebijeenkomst brengen deelnemers casuïstiek in. Dat wordt heel erg gewaardeerd. Je krijgt een heleboel praktische tools tijdens mijn lessen. Zo kunnen hulpverleners na de module direct aan de slag. Soms moet je toch een drempel over. Het is dan fijn als je meteen weet hoe je aan de slag kunt. Neem bijvoorbeeld een gesprekstool om verschillende aspecten te bespreken en met je cliënt in kaart te brengen. Als je die gebruikt krijgt het gesprek veel meer verdieping. Je kijkt breder en vraagt veel meer door.’
Jessica: ‘Ik krijg ook vaak terug dat deelnemers de intervisiebijeenkomst waarderen. Mijn module focust zich echt op de begeleiders en hoe de route naar een transitie loopt. We kijken hoe je de genderidentiteit in kaart brengt bijvoorbeeld. We doorlopen ook allerlei tools en kijken welke je waar kunt inzetten. Het doel is dat begeleiders naast een persoon gaan staan en kijken waar de behoefte precies ligt op het gebied van gender. We blijven weg van indicaties geven.’
Anouk: ‘Mijn deelnemers komen uit allerlei settingen. Dus ben je POH-GGZ, werk je in een autismeteam of ben je schoolpsycholoog? Je zet de kennis die je tijdens de module opdoet in allerlei verschillende settingen in. Je kunt na de module diagnostiek doen en ook een diagnose stellen. Dat is iets anders dan een indicatie stellen voor een somatische genderbevestigende behandeling. Daarvoor zijn andere stappen nodig. Persoonlijk vind ik een belangrijk bijeffect van de training dat we hopelijk toewerken naar een meer inclusieve samenleving. Wat ik in het begin zei: heel veel mensen krijgen bijkomende psychische klachten omdat ze bij een minderheidsgroep horen. Ze worden misgenderd, buitengesloten, nageroepen en krijgen bijvoorbeeld niet de banen waarvoor ze wel gekwalificeerd zijn. Op veel vlakken vallen ze buiten de boot. Met meer kennis op dit vlak hoop ik dat we ook toewerken naar een inclusievere samenleving waar écht iedereen erbij hoort.
Jessica: ‘Daar sluit ik me helemaal bij aan. Een inclusieve samenleving gaat wat mij betreft all the way. En niet alleen over gender.’